In
Nederland maken jaarlijks ongeveer tweeduizend mensen een einde aan hun leven.
Een aantal personen uit hun directe omgeving (partners, ouders, kinderen, broers,
zussen) ondervinden de gevolgen van deze daad. Zij zijn 'nabestaanden van
zelfdoding' geworden. Nabestaanden maken een rouwproces door, waarin onverwachte
en hele intense gevoelens kunnen optreden. Men moet het verlies verwerken, opdat
het leven weer doorgang kan vinden. Dit proces kost tijd en energie. Bij
nabestaanden van zelfdoding verloopt dit rouwproces vaak extra moeizaam. Deze
tekst is geschreven voor mensen die een zelfdoding in hun omgeving meegemaakt
hebben. Het doel is informatie te geven over de ervaringen die na
een zelfdoding nabestaande kunnen hebben, zodat men daar iets meer vertrouwd mee raakt. Ik
zal hier slechts op de belangrijkste aspecten ingaan. Voor diegene die er meer
over wil weten is een pagina met handige adressen en instanties waar
nabestaanden voor verdere hulp of voor contact met lotgenoten terechtkunnen. Ook
een pagina met door mij gelezen boeken over rouw en zelfdoding kunt u op deze
site vinden.
Na
een zelfdoding.
Het
rouwproces na een zelfdoding verloopt in grote lijnen hetzelfde als na een
natuurlijke dood. Toch is er ook een aantal kenmerken die typisch zijn voor het
verwerken van een zelfdoding. Allereerst wordt hier beschreven hoe in het
algemeen een rouwproces verloopt. Daarna ga ik dieper in op de speciale kanten
van rouw na een zelfdoding.
Rouw
in het algemeen.
Shock
Na
het overlijden van een dierbaar persoon treed meestal een shock reactie op. Je
voelt je verdoofd, wezenloos, alsof de realiteit niet helemaal tot je
doordringt. Veel mensen reageren met verbijstering en ongeloof: 'Dit kan niet
waar zijn!' Het kan enige tijd duren voor je in staat bent om volledig te
beseffen dat de persoon echt is overleden. Dat besef komt met stukjes en
beetjes. Op sommige momenten kan je het gevoel hebben dat de dierbare er nog
steeds is, dat hij of zij zo direct weer binnen zal komen, net als altijd. Op
andere momenten weet je heel goed dat dit onmogelijk is, dat de dood
onherroepelijk is. Het besef en de ontkenning van de dood wisselen elkaar af in
de eerste weken of maanden na het overlijden. Na verloop van de tijd gaat
het besef van het overlijden echter steeds meer overheersen.
Zoeken
naar een verklaring.
Na
een ingrijpende gebeurtenis willen mensen weten wat er precies gebeurd is en
waarom. Waarom is de dierbare gestorven en hoe is dat verlopen? Waarom was het
nodig dat hij of zij dood ging? Je gaat op zoek naar de omstandigheden rond het
sterven, naar de antwoorden op al je vragen. Dat zoeken naar een verklaring is
heel nuttig. Het blijft vaak moeilijk om onzekerheid hierover te accepteren, ook
al zijn er niet altijd afdoende verklaringen te vinden. Na een verlies moet je
de band, die je met de overledene had, gaan loslaten. Dit roept meestal, vooral,
in het
begin sterk verzet op. Je protesteert er tegen. Je wilt de overledene
behouden, terughalen. Je gaat hem of haar zoeken, bijvoorbeeld op plaatsen
waar je vaak samen kwam. Je kunt tegen de dierbare praten, in de hoop een
antwoord te krijgen. Vooral de eerste tijd na het overlijden kunnen zich heel
levendige beelden van de overledene en allerlei herinneringen aan je opdringen.
Ook is het heel normaal om 'hallucinaties' te hebben. Veel mensen denken
bijvoorbeeld hun dode geliefde op straat te zien, maar als ze dan dichterbij
komen blijkt het een ander te zijn. Of ze menen hem of haar te horen: de stem,
een ander voorbeeld, de voetstap. Dit kan een griezelige ervaring zijn of juist een prettige, een
troostrijke. In elk geval is het een normaal verschijnsel tijdens een
rouwproces, dat in de loop van de tijd vanzelf
weer afneemt.
Verdriet.
Wanneer de gevoelloosheid een beetje wijkt, kan het verdriet opkomen. Huilen is de reactie die we het meest verwachten. na een verlies. Niet iedereen is in staat om direct te huilen, maar dat wil niet zeggen dat die persoon hard en ongevoelig is. Sommige mensen uitten hun verdriet op andere manieren, bijvoorbeeld in boosheid en agressiviteit, of door zich terug te trekken en zich af te sluiten voor anderen. Ieder mens reageert op zijn eigen manier. Het verdriet gaat samen met golven van haast lichamelijke pijn, met eenzaamheid en wanhoop. Het lijkt soms alsof het leven geen zin meer heeft zonder de overledene, alsof er niets leuks meer bestaat nu hij of zij dood is. Je kan het gevoel hebben dat je zelf ook liever dood zou willen zijn.
Woede.
Anderzijds
is er ook boosheid. Je kan woedend zijn op de overledene, die je in de steek
heeft gelaten en je deze ellende heeft, aangedaan. Je kan boos zijn op God, die
dit heeft toegestaan. Of op andere mensen, die je niet begrijpen, je niet goed
opvangen, niet genoeg naar je willen luisteren enzovoort. Je kunt jaloers zijn
op anderen die geen verlies hebben geleden. Het is heel gebruikelijk dat
nabestaanden sneller geďrriteerd en prikkelbaar zijn, ook al weten ze zelf vaak
niet precies waarom. Dat is vaak moeilijk te begrijpen voor
Schuldgevoel.
Je
kan ook boos zijn op jezelf. Je kan jezelf verwijten dat je bepaalde dingen
gedaan of juist nagelaten hebt ten opzichte van de dierbare persoon. Je kan je
daarover schuldig voelen. Sommige mensen voelen zich juist opgelucht na het
overlijden, maar die opluchting kan tot schuldgevoel leiden. Het
Angst
Vooral
wanneer het overlijden onverwacht kwam, kan je daarna bang zijn dat ook anderen
in je omgeving zullen sterven. Je kan een tijdlang overbezorgd, onzeker en
schrikachtig zijn. Het duurt een tijd voor je weer op het leven durft te
vertrouwen. Het is verstandig om gedurende de eerste tijd na het overlijden
belangrijke beslissingen uit te stellen totdat je wat tot rust bent gekomen en
je de zaken weer beter kan inschatten.
De
lichamelijke kant.
Rouwen
kost veel energie. Dat is niet zo vreemd, als je
bedenkt dat er door het overlijden van een geliefd persoon vaak allerlei
veranderingen in je leven optreden. Je moet een nieuw leven opbouwen zonder de
dierbare. Dat kan een moeizaam en pijnlijk proces zijn. De intense gevoelens en
emoties tijdens de rouwverwerking zijn soms zeer uitputtend, zodat je weinig
energie overhoudt voor andere zaken. Daar komt nog bij dat je in die tijd ook lichamelijke
problemen kunt krijgen. Het komt bijvoorbeeld erg veel voor dat rouwenden geen
trek hebben in eten. Ze kunnen dan wel enkele kilo's afvallen. Vaak is ook het
slaappatroon veranderd. Sommige mensen komen moeilijk in slaap, slapen
onrustig of zijn vroeg wakker. Anderen willen juist niets anders doen dan in bed
liggen en slapen. Hoewel dit gewoonlijk in de loop van het eerste jaar na het
overlijden overgaat, kan het toch erg vervelend zijn. Je moet dan ook
oppassen dat je lichamelijk en geestelijk niet uitgeput raakt. Eigenlijk zou je
jezelf een beetje moeten ontzien en even wat rustiger aandoen. Tenslotte heb je
naast je gewone bezigheden ook nog de rouwarbeid, die veel van je vraagt! Wanneer je
naar een dokter gaat voor dit soort klachten, is het van belang dat je deze
vertelt dat je iemand hebt verloren. Als de arts op de hoogte is van het
sterfgeval kan hij of zij beter begrijpen wat je doormaakt en samen met jou naar
manieren zoeken om je daarbij te helpen zonder dat het normale rouwproces te
veel door medicijnen onderdrukt wordt.
Een rouwproces gaat gewoonlijk op den duur weer over. Dat gaat niet vanzelf. Je moet er actief doorheen; je moet er plaats voor maken en de emoties toelaten. Dat is vaak niet makkelijk, maar je zult merken dat na verloop van tijd de rouwgevoelens minder heftig zijn of minder vaak opkomen. Je krijgt weer interesse in bezigheden en sociale contacten. De duur van de rouw verschilt per persoon en varieert van enkele maanden tot een aantal jaren. Het is heel gewoon om langer dan een jaar te rouwen. Ook na de periode van actieve rouw blijven het verlies en de herinneringen aan de overledene bestaan. Je kan er nog steeds verdrietig om worden. Verwerken is niet hetzelfde als vergeten. Het is leren met het verlies te leven. Een rouwproces verloopt in golven: de emoties komen op en ebben weer weg. Vooral op speciale dagen kan je het extra moeilijk hebben. Vakanties, feestdagen, de verjaardag van de overledene en de sterfdag zijn vaak verbonden met sterke herinneringen aan de dierbare en kunnen de pijn en het verdriet in alle hevigheid oproepen. Je kunt erg tegen zulke dagen opzien en moeite hebben om ze op een goede manier door te komen. Maar op den duur worden ook deze periodes minder en zal je er sneller van herstellen.
Relaties
met anderen.
Als je als echtpaar of gezin samen rouwt kan dat onderlinge band versterken. Maar relaties kunnen ook verslechteren. Ieder mens rouwt op zijn eigen manier. Wanneer die rouwprocessen erg van elkaar verschillen, is het moeilijk om dat samen te delen. Je kan er door uit elkaar groeien. Tijdens het rouwproces kan je grote behoefte hebben aan mensen die je steunen, helpen en naar je luisteren. Wanneer je mensen in je omgeving hebt die je bijstaan, je opvangen en die begrip hebben voor je situatie is dat vaak een heel prettige ervaring. Veel rouwenden hebben echter de ervaring dat hun omgeving niet altijd even goed reageert. Sommige mensen blijven weg, zodat je alleen blijft met je verdriet. Anderen geven allerlei adviezen, die misschien wel goed bedoeld zijn, maar waar jij je niet meegeholpen voelt. Of ze proberen je te vertellen hoe jij je hoort te voelen of te gedragen, bijvoorbeeld dat je “flink moet zijn”. Veel rouwenden vinden ook dat hun omgeving veel te snel van hen verwacht dat ze weer 'gewoon doen', dat hun rouw over is. Ze hebben meer tijd nodig dan andere mensen meestal denken. Wanneer je de reacties van de mensen om je heen niet prettig vindt, bestaat het risico dat je je terug gaat trekken en eenzaam of verbitterd wordt. Hierdoor kan het moeilijker worden om door het rouwproces heen te komen en een nieuw leven op te bouwen.
Toch
blijkt vaak dat andere men wel wil helpen. Het probleem is meestal dat ze
niet weten hoe ze dat te doen. Misschien weten ze niet wat ze moeten moeten zeggen, of zijn ze bang om je nog verdrietiger te maken als ze over het
overlijden praten. Daarom is het belangrijk dat je ze duidelijk maakt waar jij
behoefte aan hebt. Als je ze uitlegt hoe jij je voelt kunnen ze je beter
begrijpen. Je kan bijvoorbeeld zeggen dat je geen behoefte hebt aan adviezen,
maar dat je het erg prettig vindt als ze gewoon naar je luisteren en met je
meevoelen. Je kunt uitleggen dat praten en huilen over het verlies je juist
oplucht. Of dat je soms prikkelbaar bent, maar dat dit door het verlies komt en
dar het niet aan hen ligt.
Een
rouwende gedraagt zich na een verlies een tijdlang anders dan vroeger. Dat is
voor mensen uit de omgeving soms vreemd. Ze moeten er aan wennen en daarbij kan
je ze een handje helpen, zodat zij op hun beurt jou ook beter kunnen helpen.
Het
meest opvallende kenmerk van een zelfdoding is dat de overledene zelf voor de
dood heeft gekozen. Dit feit is voor de meeste nabestaanden moeilijk te
verwerken
Zoeken
naar een verklaring.
Een
zelfdoding roept andere vragen en twijfels op dan een natuurlijke dood. Zo kun
je, je afvragen of de zelfdoding wel noodzakelijk was, of dat hij voorkomen had
kunnen worden. Je zoekt naar een goede verklaring ervoor. De vraag waarom iemand
zichzelf heeft gedood blijft nabestaanden vaak heel lang bezighouden. Het is
moeilijk om deze vragen te beantwoorden, omdat je een aantal dingen niet weet.
Meestal zal de overledene immers zijn beslissing en alle overwegingen daarbij
voor zichzelf hebben gehouden. De antwoorden op je vragen zijn dan met de dode
in het graf verdwenen. Je kunt er wel naar raden, maar je zal het nooit zeker
weten. Soms is er een afscheidsbrief of een dagboek waaruit je wat wijzer kunt
worden. Na een zelfdoding vraag je, je
af welke mensen of gebeurtenissen bijgedragen hebben tot het overlijden. Vaak
hebben nabestaanden sterke schuldgevoelens. ie kunt jezelf verwijten dat je het
niet hebt zien aankomen, dat je de dood niet hebt voorkomen, dat je de dierbare
niet voldoende hebt geholpen of bijgestaan. Wie heeft schuld aan de zelfdoding,
wie is verantwoordelijk? Heb jij of iemand anders de overledene tot deze daad
gedreven? Soms is er aan de zelfdoding een periode van spanningen en problemen
voorafgegaan. Dan kun je opgelucht zijn, maar die opluchting kan ook weer tot
schuldgevoelens leiden.
Nabestaanden
gaan heel verschillend met schuldgevoelens om. Sommigen ontkennen dat de
overledene zichzelf gedood heeft en houden vol dat het door een ziekte of
ongeluk kwam. Anderen benadrukken dat de zelfdoding onvermijdelijk was. Je kunt
op positieve kanten ervan wijzen: de dierbare heeft nu rust. Of: het was een
moedige daad; hij of zij heeft zichzelf en ons veel ellende bespaart. Het feit
dat de overledene zelf voor de dood heeft gekozen tot grote boosheid bij de
nabestaanden leiden. De dierbare is er tussenuit geknepen en heeft jou met de
ellende laten zitten. Je kunt ook boos zijn op jezelf, omdat je bijvoorbeeld
vindt dat je tekort bent geschoten. En je kunt woedend zijn op de buitenwereld.
Bijvoorbeeld op hulpverleners die volgens jou gefaald hebben. Of op je omgeving,
als die niet prettig reageert.
Afwijzing.
Veel
nabestaanden voelen zich afgewezen. De dierbare heeft de dood verkozen boven het
leven met hen. Ze voelen zich aan de kant gezet. Dit kan sterke gevoelens van
minderwaardigheid oproepen. Je kunt aan jezelf gaan twijfelen en denken dat je
een slechte persoon bent ! Die niet in staat is om liefde te geven of te
ontvangen. Je kunt moeite hebben om nieuwe relaties aan te knopen, omdat je bang
bent dat je weer zult worden afgewezen. Je kunt je afvragen of andere mensen
eigenlijk wel te vertrouwen zijn. Sommige nabestaanden worden juist overdreven
zorgzaam en lief tegenover anderen. Zo proberen ze te bewijzen dat ze niet
liefdeloos of slecht
Angst
en depressie.
Een zelfdoding kan tot depressie en
angst leiden. Het is een enorm ingrijpende gebeurtenis in je leven, die dan ook
zeer heftige en onverwachte reacties en gevoelens oproept. Soms lijkt liet alsof
je jezelf niet meer in de hand hebt. Dat is erg beangstigend. Depressieve
gevoelens zijn heel gebruikelijk tijdens het rouwproces. Vaak zijn er
terugkerende gedachten om zelf ook een einde aan je leven te maken. Je kunt bang
worden dat je jezelf zult doden. Toch betekent
het feit dat je er aan denkt niet automatisch dat je het inderdaad zult
doen. Niemand drijft je ertoe; het zijn slechts gedachten. Je daden heb je zelf
in de hand. Sommige nabestaanden vrezen dat zelfdoding erfelijk is, dat ze
misschien “gedoemd” of “voorbestemd” zijn tot hetzelfde lot. Hoewel de
neiging tot zelfdoding beslist niet erfelijk of aangeboren is, kunnen dergelijke
gedachten toch erg hardnekkig en beangstigend zijn. Het helpt vaak om er met
anderen over te praten.
Tijdens
het rouwproces leven nabestaanden zich soms ster in e situatie en de gevoelens
van de overledene in. Evenals de dierbare gaan ook zij zich dan bijvoorbeeld
afvragen of het niet beter is om dood te zijn. Of ze nemen bepaalde karakter -
trekjes of gedragingen over die de overledene vroeger vertoonde. Het gedrag van
mensen waar je om geeft dient vaak als een voorbeeld waar je van leert. Zo kan
een zelfdoding je het (onterechte) idee geven dat het beëindigen van je leven
een geschikte manier is om problemen op te lossen.
Een
zelfdoding heeft gevolgen voor de relatie met andere mensen. Het kan gebeuren
dat nabestaanden elkaar stilzwijgend de schuld van de zelfdoding geven, zonder
dat ze er met elkaar over kunnen praten. Soms worden er ook openlijk
beschuldigingen geuit. Zo komt het wel voor dat familieleden een weduwe of
weduwnaar de schuld geven van de zelfdoding van diens partner. Daarbij rust er
in onze samenleving nog altijd een taboe op zelfdoding. Veel mensen beschouwen
het als slecht, ziek of zondig. Hierdoor reageert de omgeving vaak anders dan
bij andere doodsoorzaken. Het komt nogal eens voor dat anderen afwijzend
reageren, of de zelfdoding negeren en doodzwijgen. Soms wordt bijvoorbeeld
tijdens een begrafenisplechtigheid de doodsoorzaak nadrukkelijk verzwegen. Veel
mensen vinden een zelfdoding nog moeilijker om mee om te gaan dan een 'gewoon'
overlijden. De steun die na een natuurlijke dood wel zou worden geboden, blijft
nu vaak achterwege. De nabestaande wordt juist extra gemeden.
Al
deze dingen maken dat nabestaanden na een zelfdoding in een isolement
terechtkunnen komen. Maar juist na zoiets ingrijpends als een zelfdoding hebben
nabestaanden veel behoefte aan de steun en hulp van andere mensen.
Hoe
kun je helpen?
Een
rouwproces is iets waar je doorheen moet. Het heeft een plotseling begin en een
geleidelijk eind. De lengte en de vorm zijn per persoon verschillend. Het is
niet iets wat vanzelf aan je voorbijtrekt; je moet er actief mee bezig zijn.
Hieronder wordt een aantal ideeën gegeven hoe je het rouwproces zelf zou kunnen
bevorderen. Ook hier geldt weer dat ieder mens anders is, zodat niet alles je
zal aanspreken.
Informatie
over rouw in het algemeen en rouw na zelfdoding in het bijzonder kan helpen om
je eigen reacties te begrijpen en te accepteren. Je kunt er over gaan lezen of
je kunt er over praten met lotgenoten. Achter in deze bijlage staan enkele
hoeken en adressen genoemd.
Al
lijken ze soms 'gek', je hoeft je er niet voor te schamen. Je bent niet gek; je
bent in de rouw. Waarschijnlijk ben je niet de enige die zo reageert. En juist
het onderdrukken van gevoelens of gedachten maakt vaak dat ze nog veel
hardnekkiger worden.
Geef
je zelf de tijd om te rouwen.
Dat
kost energie, dus probeer er voor te zorgen dat je voldoende gelegenheid hebt om
weer bij te komen en nieuwe energie op te doen. Ontzie jezelf een beetje.
Praten
over gevoelens.
Praten
over gevoelens helpt vaak om ze te verzachten en je min er eenzaam te
voelen. Probeer mensen te vinden die je vertrouwt en die prettig reageren.
Vertel ze waar jij behoefte aan hebt, zodat ze weten hoe ze je kunnen helpen.
Huilen in het bijzijn van anderen kan erg opluchten. Je kunt mensen ook vragen
of je ze mag bellen wanneer je het (te) moeilijk hebt.
belangrijke
beslissingen.
Vooral in het begin van het rouwproces is het verstandig om geen belangrijke beslissingen te nemen. Als het mogelijk is kun je ze beter even uitstellen totdat je weer beter in staat bent om de gevolgen ervan te overzien.
Leef
bij de dag.
Op dagen dat je het erg moeilijk hebt is het belangrijk
om te bedenken dat dit bij het rouwproces hoort. Het gaat dus weer over, ook al
kun je je dat nu niet voorstellen. Maak je niet en over de toekomst dan op dit
moment nodig is.
Schuldgevoel.
Schuldgevoel
hoort maar vergeet niet dat de zelfdoding niet jouw keuze was. Als jij het
echt voor het zeggen had gehad, was het waarschijnlijk niet gebeurd.
Hulpzoeken.
Sta
je zelf toe om hulp te zoeken. Als je daaraan behoefte hebt. Het
is geen teken van zwakte, maar een manier om iets aan je problemen te doen. Je
kunt begeleiding vragen bij je rouwproces. Zoek ook daarvoor iemand waarin je
vertrouwen hebt. Er zijn ook mogelijkheden om deel te nemen aan speciale
gespreksgroepen voor nabestaanden van zelfdoding.
Wat
kunnen anderen doen ?
1.
Wees eerlijk.
Na een zelfdoding worden nabestaanden vaak vermeden door andere mensen. Dit maakt de rouwverwerking moeilijker. Wanneer je niet goed weet hoe je moet reageren, is het prettiger dat je dat eerlijk tegen de nabestaande zegt dan dat je niets meer laat horen.
2.
Vraag een nabestaande hoe je kunt helpen.
Vraag
een nabestaande hoe je kunt helpen en wat hij of zij prettig vindt. Soms
wordt praktische hulp bij het regelen van bepaalde zaken zeer op prijs gesteld.
Op andere momenten heeft de nabestaande misschien meer behoefte aan iemand om
mee te praten. Door er gewoon naar te vragen kun je er achter komen wat de
persoon graag zou willen, zodat je weet wat je kunt doen. Je hoeft ook niet
altijd iets te zeggen. Veel nabestaanden hebben alleen maar behoefte om hun hart
uit te storten bij iemand die begrip toont en niet veroordeelt. En soms kan een
aanraking of een omhelzing meer doen dan duizend woorden.
Onthoud dal ieder mens op zijn eigen
manier reageert . Het heeft geen zin om een rouwende te vertel en hoe hij of zij zich zou
moeten voelen of gedragen. Dat werkt meestal juist averechts. Wanneer je iemand
echt wilt bijstaan, zul je je moeten aanpassen aan zijn of haar eigen manier en
tempo van verwerken. Ook al zou je het zelf misschien anders doen.
Rouwenden zijn soms moeilijke mensen.
Het verlies beheerst een tijdlang hun leven en neemt
hen helemaal in beslag. Ze kunnen ook heel onverwacht, onredelijk of
kinderachtig reageren. Dat hoort bij het rouwproces en gaat dus weer over. Het
is verstandig om tijdens
de rouw hun gedrag niet al te persoonlijk op te vat(en. Neem ze serieus, maar
besef wel dat ze in de rouw zijn.
Het
zoeken naar een verklaring
Het
zoeken naar een verklaring voor de
dood en het opnieuw nagaan hoe de relatie met de overledene was, is heel
belangrijk na een verlies. Je kunt daarbij helpen door naar de nabestaande te
luisteren, ook al vertelt deze keer op keer hetzelfde verhaal. Die herhaling is
vaak nodig om het verlies te accepteren en te verwerken. Bedenk ook dat het er
niet om gaat hoe jij het overlijden ziet. Het belangrijkste is dat de
nabestaande zélf tot een beeld ervan komt dat voor hem te accepteren is.
Tenslotte is hij of zij het die met het verlies verder moet leven.
Emoties.
Er
is niets gevaarlijks of griezeligs aan emoties. Heftige emoties zijn heel
natuurlijk na een verlies. Wanneer de nabestaan deze onderdrukt en voor zich
houdt, worden ze vaak alleen maar sterker. Het uiten van de emoties kan op het
moment zelf soms wel naar of schrikwekkend zijn, maar het is de enige manier om
ze kwijt te raken. Na afloop voelt de rouwende zich meestal erg opgelucht.
Vreemd
gedrag.
Na
een zelfdoding vertonen nabestaanden vaak gedrag dat heel onredelijk of zinloos
kan lijken. Bijvoorbeeld het zoeken naar de dierbare, het ontkennen van de
doodsoorzaak of van het overlijden, of het idealiseren van de dode. Ook de
hevige woede en schuldgevoelens kunnen in jouw ogen misplaatst lijken. Ook hier
geldt weer dat het er niet om gaat hoe jij het beleeft. Dergelijke gevoelens
zijn na een zelfdoding heel gewoon. Je hoeft de na - bestaande er niet van te
overtuigen dat ze onzinnig of overdreven zijn. Op den duur komt hij of zij daar
meestal zelf wel achter. De rouwende moet daar echter naar toe groeien en dat
kost tijd. Als je het geduld kunt opbrengen, luister dan alleen of praat met de
nabestaande over hoe deze zich voelt, zonder je eigen oordeel op te dringen.
Zelfdodinggedachten.
Het
is heel gebruikelijk na een zelfdoding dat nabestaande zelf ook de gedachte
hebben om een einde aan hun leven te maken. Dat betekent niet automatisch dat ze
dat ook zullen doen. Vaak durven nabestaanden hier niet over te beginnen tegen
andere mensen. Het is heel goed om er naar te vragen. Je hoeft niet bang te zijn
dat je hem of haar op een gedachte brengt die er eerder nog niet was. Wanneer de
nabestaande er inderdaad mee zit, zal het helpen om er over te praten. Het kan
zijn dat jij het zelf moeilijk vindt om daar rustig over te praten of dat de
zelfdodinggedachten erg intens of realistisch zijn. In dat geval is het
verstandig te proberen om professionele hulp voor de rouwende te krijgen.